Rust is zo’n woord wat overal gebruikt wordt, het is iets wat iedereen wil en nastreeft, en eigenlijk nog steeds vaag blijft… voor mij wel, in ieder geval. Wat is rust nou precies? Wanneer heb je het of ben je het? De afgelopen weken betrap ik mezelf erop dat ik het woord rust vaak in de mond neem. Ik hoor mezelf zeggen ‘Ik heb echt even rust nodig’ en ‘Wat ik wil is even helemaal tot rust komen’ en ‘Eerst even rust, en dan…’. Toch vraag ik me af of ik er zelf wel een beeld van heb, van wat ik dan bedoel. Wat is rust voor mij?
rust zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [rʏst]
– een toestand van ontspanning
– een toestand zonder activiteit
– stilte
Voor mij is het tegenovergestelde van rust: druk, stress en spanning. Daar kunnen mensen over het algemeen niet zo heel goed tegen. Ik weet van mezelf dat ik een beetje spanning nodig heb om te presteren, maar zonder rust-momenten tussendoor gaat ook dat niet goed. Nu heb ik aantal weken zomervakantie. De ultieme periode om tot rust te komen. Maar hoe dan?
Ik weet dat de natuur een hele grote bron van ontspanning is. Ik ben vaak buiten voor mijn werk en ik geniet van het rijden met de auto langs mooie polderweggetjes. Toch is dat dan niet direct hetzelfde als rust. In mijn hoofd ben ik alweer bezig met wat ik zometeen moet doen. Rust vind ik ook in sporten en in yoga. Ook daarvoor geldt dan wel hetzelfde, als ik druk ben in mijn hoofd met van alles en nog wat, ben ik niet ineens rustig door het sporten. En ik heb van mezelf best een druk hoofd. Ik denk veel en vaak, over belangrijke en onbelangrijke dingen. Ik kan net zo goed denken over grote levensvragen als over of je een banaan beter vanaf het steeltje of het kroontje kunt pellen (ja nu vraag jij je het vast ook af, kijk hier). Als ik rust wil, wil ik vooral rust in mijn hoofd.
Wanneer ervaar ik dan die rust in mijn hoofd? Ik zit hier bij Starbuck aan deze blog te werken, en ben gewoon even gestopt met typen om over dit antwoord na te denken. Ik denk (ja, ik ben nog steeds hard aan het denken) dat er twee belangrijke aspecten zijn aan rust in mijn hoofd:
- toestaan / mogen: Ik ben streng voor mezelf. Ik heb vaak een duidelijk beeld van wat zou moeten en hoe het hoort. Als ik rust in mijn hoofd wil, kan ik beter ‘mogen’. Ik mag het één, maar mag ook besluiten dat het ander beter is. Ik mag luisteren naar mijn gevoel en een middagdutje gaan doen, ook al had ik in mijn hoofd om iets anders te gaan doen. Ik mag tegen vrienden zeggen dat ik het niet red, onze afspraak. Ik mag met een boek en een flesje drinken in het park gaan zitten, ook al zou ik gebruiken ‘moeten maken’ van onze eigen tuin. Ik mag een boek kopen, ook al heb ik er nog 20 ongelezen liggen. Ik mag ook met blote voeten buiten lopen, vies worden, hard schreeuwen of meezingen, een kort rokje dragen, ergens aan beginnen en het niet afmaken, of juist nergens aan beginnen. Dat geeft mij het gevoel van vrijheid en rust en brengt me dichter bij mezelf.
- een ding tegelijk: Als ik druk ben, match ik mijn omgeving graag aan drukte in mijn hoofd. Ik luister tegelijk een luisterboek terwijl ik kook of auto rij. Wanneer ik een boek aan het lezen ben op de bank, zet ik vaak nog even de tv aan op de achtergrond, zodat het niet helemaal stil is. En zodra ik dan vijf minuten aan het lezen ben, pak ik weer mijn telefoon om Instagram te checken. Om moe van te worden. Logisch dat ik me niet rustig voel. In het begin is het erg lastig om niet wéér voor die verleidingen te vallen. Ik moet dan misschien even bewust mijn telefoon wegleggen, besluiten dat ik eerst de was doe en dan op de bank lekker mijn luisterboek ga luisteren. Dat ik ga wandelen zonder mijn camera mee te nemen. Ik moet weer een beetje trainen om met één ding tegelijk bezig te zijn. Als dat eenmaal lukt, voel ik me ook een stuk rustiger.
Zodra ik dan weer een beetje meer rust in mijn hoofd heb, kan ik ook beter werken naar rust in mijn lijf. Lekker een stuk wandelen, yoga in het park, een buitenrit te paard of ademhalingsoefeningen thuis op de bank. Ik heb de neiging dit stuk te besluiten met wat ik ga doen om die rust echt te realiseren, maar beter niet… Ik ga mezelf toestaan om die rust op te zoeken en probeer op een ding tegelijk te focussen. Dan gaan we wel zien hoe ver ik kom. Ook hierin: geen moeten maar mogen!